De eerste fase van de restauratie stond voornamelijk in het teken van het voorzichtig ontmantelen van de museale onderdelen in het monumentale gedeelte van het pand. In het voormalig stadhuis, afkomstig uit 1682, werden de Friese tegels op alle wanden, statige interieurkasten en oude tegelvloeren verwijderd. In het jongere voorhuis werd er grover te werk gegaan. De bestaande indeling werd daar gesloopt en er werd een nieuwe doorgang gezaagd. Het tussenlid, dit is het lage bouwdeel dat het voormalig stadhuis scheidde van het voorhuis, werd compleet weggehaald om plaats te maken voor een lange entreesluis.Het doel van deze eerste fase was om het casco zoveel mogelijk in zicht te brengen zodat op basis van deze inzichten de laatste keuzes en uitgangspunten voor de renovatie van het museum konden worden vastgesteld.
Volledig verduurzamen
Bij de wederopbouw was duurzaamheid een belangrijk thema. Het museum werd aan de binnenzijde van een nieuwe isolatieschil voorzien. Hierbij werd voorzetbeglazing toegepast en voor de energieopwekking werd er gebruik gemaakt van een warmtepomp. Later zou ook blijken of er ruimte was voor zonnepanelen. In het voorhuis werd op de begane grondvloer een nieuwe toiletgroep gerealiseerd, de eerste verdieping en zolders vormden een kantoor- en opslagruimte.
Museumcollectie
In het voormalig stadhuis zou de herziene collectie worden tentoongesteld. Enkele historische stijlkamers zouden daarin een belangrijke rol blijven spelen. Een deel van de gedemonteerde museale inrichting en beschilderde tegels kreeg in de nieuwe museumvorm een gepaste plek. Een gedeelte van het pand zou geschikt worden gemaakt om delen van de collectie op te slaan.
Meer jonge bezoekers
Het bestuur van het museum had ambitieuze plannen. Het doel was om het aantal bezoekers na de verbouwing te verdubbelen van 10 naar 20 duizend per jaar. Door de nieuwe entree helemaal van glas te maken, kwam er meer verbinding met de binnenstad en hoopte de opdrachtgever ook dat het aantrekkelijker zou worden voor jonge bezoekers.
Opening door koningin Máxima
In juni 2024 opende Koningin Máxima het nieuwe museum en maakte een rondgang door het bezoekerscentrum en langs de collectie. Daarbij sprak zij met medewerkers en met betrokkenen die de uitbreiding van het historische pand mogelijk hebben gemaakt.
Foto: Jelly Mellema